Geografie
India is een groot land in het zuiden van Azië. Met een oppervlakte van meer dan 3 miljoen km2 is India het op zes na grootste land ter wereld. Het heeft een min of meer driehoekige vorm.
India wordt in het noorden begrensd door de Himalaya. Ten zuiden van het land ligt de Indische Oceaan, die aan de westkant Arabische Zee heet en aan de oostkant Golf van Bengalen. In het noordwesten grenst India aan Pakistan, in het noorden aan China, Nepal en Bhutan en in het oosten aan Myanmar (Birma) en Bangladesh. Dat laatste land wordt bijna helemaal omsloten door India.
Bij India horen enkele eilandengroepen. Ten zuidwesten de Laccadiven en ver ten oosten van het vasteland de Adamanen en de Nicobar Eilanden. Die laatste eilandengroepen liggen tussen de zuidkust van Myanmar en het noordelijke puntje van Sumatra.
De Himalaya bergketens in het noorden hebben een alpine vegetatie. Daar ligt ook het hoogste punt van India, de Kanchenjunga (8598 m), op de grens met Nepal. In de bergen ontspringen rivieren die uitgroeien tot indrukwekkende stromen: de Ganges, de Brahmaputra en de Indus. Van die laatste rivier is de naam India afgeleid. De Brahmaputra loopt door het oosten van India naar Bangladesh en de Indus naar Pakistan. Deze beide landen behoorden met India tot het koloniale Brits-Indië (zie Geschiedenis).
Ten zuiden van de Himalaya ligt een vlakte gevormd door de stroomgebieden van de grote rivieren. Die rivieren stromen voornamelijk naar het oosten. Daardoor is het oostelijke deel een vruchtbaar landbouwgebied, in het westen ligt de Thar woestijn. Nog verder naar het zuiden ligt de Deccan Hoogvlakte, die het Indiase schiereiland vormt. Die hoogvlakte wordt begrensd door bergketens, de Westelijke en de Oostelijke Ghats. De hoogvlakte wordt doorsneden door vele rivieren, die in de droge tijd overigens meestal geen of weinig water bevatten.
Aan de westkant van het Indiase schiereiland ligt ook weer een vruchtbare strook land, ruwweg van Mumbai (Bombay) tot aan het zuidelijke punt van India, Cape Comorin. Het zuidelijke deel van India is geologisch het oudste deel van het land. Het maakte deel uit van het zogeheten Gondwana-continent, dat miljoenen jaren geleden bestond. Dit continent lag op het Zuidelijk Halfrond en viel in stukken uiteen, waaronder het Indiase schiereiland. Dat schiereiland botste zo’n 45 miljoen jaar geleden tegen Azië. Door de stuwende kracht werden de bergen van de Himalaya gevormd. Die noordwaartse beweging gaat door tot op de dag van vandaag.
Er zijn maar weinig natuurlijke meren in India. Aan de oostkust ligt Chilika Lake dat soms is verbonden met open zee. Het water is daardoor afwisselend zoet en zout. Het is een belangrijk natuurgebied, waar vele bijzondere vogels hun leefomgeving hebben. Ook de bedreigde Irriwaddy-dolfijn komt er voor.
De hoofdstad New Delhi ligt in het noorden van India. Tot 1911 was Kolkata (Calcutta) de hoofdstad van het land.